9
‘
Maak de envelop maar open,’ zegt mama.
Saar scheurt de envelop kapot, zo nieuwsgierig is ze.
‘
Voorzichtig,’ zegt mama lachend.
In Saars envelop zit een boekje. En een roze kaart met een prinses erop. In de
kaart staan allemaal letters. Koens kaart is groen en er staat een ridder op.
Saar duwt haar kaart onder mama’s neus. ‘Wat staat er, mama?’ vraagt ze.
‘
Het is een kaart van de nieuwe juf van de basisschool,’ vertelt mama. ‘Luister
maar.’
Mama slaat de kaart van Saar open en leest voor wat erin staat: ‘Uitnodiging.
Saar, je wordt bijna vier jaar. Kom je donderdag bij ons op school kijken? Dan
kun je wennen in de klas.’
‘
Staat dat ook in mijn kaart?’ vraagt Koen.
‘
Vast,’ knikt mama en ze slaat de kaart van Koen open. Ook deze kaart leest
ze voor. Daarin staat precies hetzelfde. Alleen staat Koen zijn naam erin.
‘
Mogen we naar de echte basisschool?’ vraagt Saar blij.
Mama knikt.
‘
Wat is wennen?’ vraagt Koen.
‘
Dan mag je in de klas kijken hoe alles gaat,’ legt mama uit. ‘Zullen we gauw
in het boekje kijken dat bij de kaart zit?’
Op de voorkant van het boekje staat een foto van de school. Koen en Saar
weten allang hoe de school eruitziet. De school is vlakbij. In het boekje staan
nog meer foto’s: een van het schoolplein en een van het klaslokaal.
Op een andere foto staat een mevrouw. ‘Dat is de juf,’ zegt mama. De juf zit
op een rode stoel. Ze lacht aardig en ze heeft rode krullen. Net als Saar. Saar
vindt het grappig.
Mama leest wat er op de laatste bladzij staat. ‘Tot ziens in groep 1.’
‘
Nu weten jullie alles al,’ grapt mama. ‘Jullie hoeven niet meer te wennen.’
‘
Echt wel,’ zegt Saar.
Koen denkt na. Hij kruipt nog dichter tegen mama aan en klemt zijn
knuffel Ollie stevig vast. ‘Ik wil altijd bij mama blijven. Ik durf niet naar de
basisschool.’
‘
Je bent toch geen bangerik?’ zegt Saar.
Mama slaat haar arm om Koen heen. ‘Ik begrijp dat je het eng vindt. Maar op
